Chronisch nierfalen

Chronisch nierfalen is de meest voorkomende vorm van nierfalen bij de kat. Bij chronisch nierfalen ontstaat een permanente aantasting van het aantal functionerende nefronen.

Hoe ontstaat chronisch nierfalen?

Hoe chronisch nierfalen precies ontstaat is niet altijd te achterhalen. Het blijkt dat een deel van chronisch nierfalen erfelijk is. Vooral Perzen, Abessijnen en Siamezen zijn hier gevoelig voor. Maar ander katten kunnen het ook krijgen. Nieren hebben een enorme reservecapaciteit, hierdoor wordt nierfalen vaak pas zichtbaar als 75% niet meer functioneert. Omdat nierfalen pas laat zichtbaar wordt, is dan vaak nog moeilijk te achterhalen wat de veroorzaker was.



Geregeld horen wij eigenaren zeggen dat de kat meer is gaan drinken, en magerder wordt maar dat ze dat normaal vinden voor een oudere kat. Maar het is NIET normaal als uw kat meer gaat drinken of magerder wordt. De meeste katten zie je niet drinken.

Katten met chronisch nierfalen kunnen de volgende symptomen laten zien:
-    Veel drinken en/of veel plassen.
-    Afname in eetlust
-    Gewichtsverlies ondanks soms wel goed eten.
-    Uitdroging
-    Minder mooie vacht en/of vervilting van de vacht
-    Uit de mond stinken
-    Overgeven en/of diarree
-    Slecht lopen, door de achterbenen zakken



Hoe wordt de diagnose gesteld?
We raden aan om de urine van uw kat na te laten kijken. Daarbij wordt gekeken of er sprake is van een urineweginfectie( hetgeen vaak voorkomt bij dieren met nierfalen en goed behandeld kan worden) en tevens of er sprake is van eiwitverlies via de urine. De mate van dit eventueel eiwitverlies via de urine geeft ons meer duidelijkheid over de ernst van het nierfalen.

kat bloeddruk meten


In de praktijk wordt bloed geprikt van uw kat. Dit bloed wordt gecontroleerd op onder andere ureum en creatinine. Als de bloedwaarden afwijkend zijn is er sprake van nierfalen. Tevens raden wij aan om de bloeddruk te laten bepalen. Patiënten met nierfalen hebben vaak een verhoogde bloeddruk.

Is niet helemaal duidelijk na aanleiding van het bloedonderzoek of er sprake is van acuut of chronisch nierfalen, dan raden wij aan om een echo van de nieren te laten maken.



Wat is er aan te doen?
Helaas kan het gedeelte van de nieren dat niet meer functioneert, niet meer herstellen. Wel kan het gedeelte wat wel functioneert ondersteunt worden, zodat de nieren minder hard hoeven te werken, en daardoor minder snel achteruit zullen gaan.

Als een patiënt heel erg slecht is, wordt hij/zij voor enkele dagen opgenomen in de praktijk. De kat krijgt dan een infuus aangelegd in de voorpoot. Vervolgens wordt hij/zij door de assistenten goed in de gaten gehouden. Elke dag wordt bloed afgenomen om te controleren of de nierwaarden verbeteren.

Als de patiënt naar huis mag, of als de nierwaarden niet zo slecht waren dat hij/zij opgenomen moest worden, dan kan de patiënt thuis behandeld worden.

Een therapie tegen nierfalen is er niet. Wel kunnen de nieren ondersteunt worden. Dit kan onder andere door:
1. Het geven van een nierdieet: een nierdieet bevat minder fosfaten en eiwitten. Hierdoor hoeven de nieren minder hard te werken. Wij raden in de praktijk Hill's k/d of Royal Canin renal aan.
2. De patiënt veel water later drinken. Dit kan door:

  • Extra water over het eten geven: zachtvoer met extra water of de brokjes weken
  • Een drinkfontein neerzetten voor de kat. Doordat alsmaar water stroomt, wordt de kat gestimuleerd om meer te drinken.

3. Medicatie:

  • Tabletjes (ace-remmer) ,bv Fortekor® of Benacor®, deze medicatie is bloeddrukverlagend.
  • Orale oplossing (druppels), Semintra®. Dit is een angiotensine receptor blokker (ARB) voor gebruik in de kat. De werkzame stof van Semintra, telmisartan, blokkeert de type I angiotensine-IIreceptoren (AT1) en zorgt binnen 7 dagen voor een vermindering van proteïnurie.  Dit is een goed geaccepteerde orale oplossing welke naast het verbeteren van de doorbloeding van de nieren, het eiwitverlies via de urine verminderd hetgeen een positief effect heeft op de overlevingsduur van katten met nierfalen.
  • Fosfaatremmer: Ipakitine of Renalzin (vloeistof). Dit zijn een voedingssuplementen. De werking vindt plaats in het maagdarmstelsel waar het effect heeft op het fosfaat- en calciumgehalte. Het calciumcarbonaat bindt fosfaten in de voeding en voorkomt hiermee opname via de nieren. Een verminderde opname van fosfor vertraagt de progressie van nierfalen. We raden aan geregeld de fosfaat gehalten in het bloed te bepalen.
  • Kaliumtabletten. Katten met nierfalen hebben vaak een gebrek aan Kalium. We raden aan geregeld de hoeveelheid Kalium in het bloed te bepalen. Katten met een laag gehalte aan Kalium voelen zich vaak erg beroerd en het kan het nierfalen sneller doen verslechteren.
  • Amlodipine®, dit is een bloeddrukverlager. Katten met chronisch nierfalen hebben vaak een hoge bloeddruk.


Wij raden aan om in het begin maandelijks langs te komen voor urineonderzoek, bloedonderzoek en bloeddrukmetingen. Als het goed gaat, raden wij aan om elke 3 maanden minimaal urine te laten controleren, en het liefst ook de bloeddruk en bloedonderzoek.

Een patiënt met chronisch nierfalen voelt zichzelf heel erg ellendig. Wij adviseren dan ook om de patiënt altijd goed te blijven observeren. Als u twijfelt of hij/zij zelf nog wel plezier in haar leven heeft, raden wij aan om contact op te nemen met de praktijk.